Maarten Van Ginderachter
Arm Vlaanderen. Een wereldgeschiedenis.
Honger, ziekte en globalisering in het midden van de 19de eeuw.
De vraag waar we vandaan komen vinden we fascinerend, we graven in ons verleden om onszelf te begrijpen. Als het slecht gaat met ons, zoeken we schuldigen, als het goed gaat, willen we vooral weten hoe we dat voor elkaar gekregen hebben. Tijdens die zoektocht komen veel mensen tot de ontdekking dat hun geheugen alles behalve betrouwbaar is en ontstaat er een gerechtvaardigde twijfel. Op grond van mijn klinische ervaring en met mijn kennis van het geheugenonderzoek kan ik dat alleen maar bevestigen: wat wij ons menen te herinneren zegt veel meer over het heden en hoe we ons in dat heden willen positioneren dan over het feitelijke verleden. Stefan Zweig beschreef het o zo mooi in De wereld van gisteren: “For I regard memory not as a phenomenon preserving one thing and losing another merely by chance, but as a power that deliberately places events in order or wisely omits them. Everything we forget about our own lives was really condemned to oblivion by an inner instinct long ago.”
Dezelfde vaststelling geldt zo mogelijk nog meer voor politiek geïnspireerde geschiedschrijving, zeker als nationalistische partijen de plak zwaaien. Gelukkig is er ook degelijk onderzoek waardoor we ons een beter beeld van het verleden kunnen vormen. Af en toe duikt er zelfs een historicus op die zijn onderzoek in een ‘pageturner’ kan gieten. Dat is altijd dansen op een slappe koord, bij bestsellers heb je vaak het raden naar het waarheidsgehalte. Arm Vlaanderen is meeslepend, richt zich op een breed publiek en staat tezelfdertijd wetenschappelijk als een huis. Niet voor niets vind je op het einde tachtig pagina’s eindnoten, bronnenlijsten en illustratieverantwoording.
Het boek focust op een specifieke regio, ‘de Vlaanders’ (het huidige Oost- en West-Vlaanderen), en een specifieke periode (midden 19de eeuw). Lokaal dus, maar tezelfdertijd ook niet, het handelt wel degelijk over een wereldgeschiedenis met behoorlijk wat uitlopers in tijd en ruimte. Natuurlijk bevat het een ‘couleur locale’, en ik kan me de brede glimlach goed voorstellen wanneer sommige lezers hun gemeente zien opduiken, samen met figuren die er ooit daadwerkelijk leefden en stierven. Op basis van brieven, kranten en gerechtsdocumenten slaagt Van Ginderachter er wonderwel in om mensen uit die periode tot leven te brengen, met grappige, ontroerende en verrassende verhalen. In een nawoord, “mijn interne keuken”, legt hij zijn werkwijze uit en licht hij toe hoe bijvoorbeeld een beschrijving van de wijze waarop iemand in New York van de boot stapte, van zijn hand is, maar niet het feitelijke gegeven (dat ze van die boot gestapt zijn, staat gedocumenteerd). En inderdaad, er is een verband tussen ‘de Vlaanders’ en New York, maar ook met Peru, de Sahel, Java, de VS, en natuurlijk Groot-Brittannië. Hét sterke punt van dit boek is dat de auteur er perfect in slaagt om het lokale te verweven met de toenmalige internationale wereld.
Waarom werd Vlaanderen arm Vlaanderen?
Het boek leest vlot weg, waardoor je uit het oog zou kunnen verliezen dat het een wetenschappelijke studie is die een vroegere opvatting van tafel veegt en vervangt door een betere verklaring. In de eerste helft van de 19de eeuw waren de Vlaanders welvarend, door de combinatie van een doorgedreven intensieve landbouw en een huisnijverheid van spinnen, weven en vlasbewerking – de hardwerkende Vlaming, toen al. Op vijf jaar tijd kantelde dat naar diepe armoede, zelfs hongersnood, waar de nog altijd hardwerkende mensen geen verweer tegen hadden. Een klassieke opvatting luidt dat hun armoede het gevolg was van het vastgeroest zijn in het verleden. Achtergebleven en dus achterlijk. Van Ginderachter biedt een betere verklaring door te wijzen op drie effecten van de toenmalige mondialisering: de economische globalisering hielp de lokale economie om zeep, een schimmel meegebracht door schepen uit de VS vernietigde de aardappeloogst, en als klap op de vuurpijl kwam er uit Brits-India niet alleen katoen, maar ook cholera en buiktyfus. Werkloosheid, honger en ziekte als drie ruiters van de Apocalyps. Elk van de drie wordt gedetailleerd beschreven, met een meesterlijk door elkaar weven van de kleine (je ziet de ‘beerproever’ zo aan het werk…) en de grote geschiedenis (de schepen die voor de kust van Peru volgeladen worden met guano door Chinese dwangarbeiders).
Het centrale gegeven in zijn verklaring is de globalisering van de economie, als gecombineerd effect van technologische vernieuwingen en nieuwe, snelle internationale handelsverbindingen. Fabriekskatoen en geïmporteerd linnen maakten een einde aan de Vlaamse huisnijverheid. De eerste modernisatie van de landbouw, met import van potas uit de VS en guano uit Peru verhoogde de opbrengst, maar kleine boeren hadden het geld niet voor de vereiste investeringen. Op de achtergrond is de wereld in beweging. Groot-Brittannië speelde een vuil geo-politiek spel dat Van Ginderachter terecht als ‘narco-imperialisme’ beschrijft: met in India geproduceerde opium vergiftigden ze China om het land nadien open te breken en op de knieën te krijgen (het Chinese keizerrijk heeft altijd al een zeer goed geheugen gehad – wedden dat ze dit nog niet vergeten zijn?). In de Afrikaanse kolonies oogstten slaven gom die ondermeer de Belgische luciferproductie zou aanzwengelen, met arbeiders die tot 14 uur per dag in zwaveldampen werkten en langzaam vergiftigd werden (dertig procent overleefde het niet). Ook hier slaagt de auteur erin grote historische lijnen in te kleuren met verhalen over mensen van vlees en bloed.
Lessen uit de geschiedenis?
De toenmalige globalisering had een gevolg dat voor ons maar al te herkenbaar is: een verdwijnende middenklasse en een toename van de ongelijkheid, met armoede onderaan en rijkdom bovenaan. We worden verondersteld lessen te trekken uit de geschiedenis. Wat dit onderzoek nog maar eens aantoont is dat niets als blijvend mag beschouwd worden, dat ingrijpende veranderingen er sneller komen dan verwacht én dat wij daar individueel niet zoveel verweer tegen hebben. Van Ginderachter toont ook aan hoe in het verder verloop van de negentiende eeuw, met dank aan de zich ontwikkelende democratie, de basis gelegd werd voor de politieke en sociale bewegingen die het tij in België zouden doen keren.… Lees verder