Coen Simon

Coen Simon

Pleidooi tegen enthousiasme.

 

Een tijd terug publiceerde filosoof Ignaas Devisch een pleidooi tegen (een verkeerd gebruik van) empathie. Coen Simon houdt nu een even terecht pleidooi tegen enthousiasme. De opgefokte versies daarvan hebben we samen met obesitas overgenomen van de V.S., denk aan het ‘pitchen’ van ideeën en de hijgerige ‘dialogen’ in talkshows (het woord alleen al). Enthousiasme is meer genietbaar dan postmodern cynisme, maar als remedie daartegen is het even erg als de kwaal. In beide gevallen is waarheid de klos. Bij het postmodernisme omdat het bestaan ervan betwijfeld wordt; in het geval van enthousiasme omdat het kritisch nadenken wegvalt.

Sedert de ‘post’ bewegingen (postmodernisme, poststructuralisme, post…) is het bon ton te stellen dat juiste kennis niet bestaat, dat alles neerkomt op een constructie (wie mocht denken dat dit nieuw is, hij of zij wendde zich tot de sofisten ten tijde van Socrates.) Samen met het wegvallen van de onderstuttende Grote Verhalen veroorzaakt het postmodernisme veel onzekerheid en een zoektocht naar De Waarheid. Die vervolgens met het nodige enthousiasme verkocht wordt. Dat laatste mag je letterlijk begrijpen, want in onze vermarkte samenleving moet alles renderen. De gevolgen worden zichtbaar in een aantal nieuwe uitdrukkingen: post truth, fake science, influencers, redpillling, alternative facts; kortom, in het getrumpetter van onze tijd.

Voor Coen Simon leven wij niet zozeer in het ‘post truth’ tijdperk, wel in een periode van postautoriteit – daar ben ik het volledig mee eens. Geen waarheid zonder gezag waarin men vertrouwen heeft (gezag berust altijd op geloof, dat wist Pascal al, en in 1954 legde Hannah Arendt dat nog eens haarfijn uit). Wij hebben het geloof in het patriarchale gezag bij het groot huisvuil gezet (gelukkig maar), in de plaats daarvan kunnen we best een keuze maken voor de autoriteit van wetenschap en ethiek. Daar wringt het schoentje: wetenschappers vertrekken bij twijfel, mensen willen zekerheid.

Nou, die kunnen ze krijgen, in alle kleuren, geuren en smaken, en steeds enthousiast gebracht op dezelfde plaats: het internet, met twitter en YouTube op kop. Het is een bedenkelijke, zelfs gevaarlijke zekerheid. Simon verwijst naar een onderzoek van De Correspondent en de Volkskrant waaruit blijkt hoe en met welke snelheid YouTube vooral rechtse radicalisering in de hand werkt. Rechtse radicalisering staat voor vrouwenhaat, anti-LGTB, racisme, antisemitisme, klimaatontkenning, … De strategie heet ‘redpilling’ (naar ‘the red pil’ uit The Matrix) en gebeurt via filmpjes waarin charismatische leiders een complex betoog afsluiten met eenvoudige conclusies (negers zijn dommer dan blanken; feministes zijn gevaarlijk; mannen moeten weer de baas worden), wat ervoor zorgt dat iemand ‘geredpilled’ wordt en plots de ‘linkse leugens’ over feminisme, multiculturaliteit, migratie of het jodendom doorziet en eindelijk begrijpt waarom leiders zoals Trump, Bolsonaro, Orbán, Putin, … ons zullen redden (en we vluchtelingen maar beter laten verdrinken, kijk naar Geert Mak en huiver: https://www.vpro.nl/programmas/in-europa/kijk/afleveringen/2019-2020/vluchtelingen.html)

Voor wie dergelijke fenomenen als marginaal beschouwt, is dit onderzoek een ijskoude douche. Het aantal volgers is enorm en de tijdspanne waarin zij radicaliseren is benauwelijk kort; het onderzoek zoemt in op een aantal (Nederlandse) gebruikers en toont hoe snel ‘redpilling’ plaatsgrijpt. Het risico op rechts terrorisme is ondertussen vele malen groter dan gelijk welke andere vorm van terreur. Voor het onderzoek, ga naar

https://www.volkskrant.nl/kijkverder/v/2019/hoe-youtube-rechtse-radicalisering-in-de-hand-werkt/

en

https://www.volkskrant.nl/kijkverder/t/2019/radicalisering-youtube/

Als remedies overloopt Simon kunst, nieuws en wetenschap. Sedert fotoshopping is beeldmateriaal notoir onbetrouwbaar geworden. Kunst krijgt een nieuwe functie: in plaats van te focussen op waarheid – de ‘krietiese’ kunst van de seventies – kan ze ons helpen door bijvoorbeeld te laten zien hoe wij kijken. Nepnieuws moeten we niet alleen te lijf gaan met ‘fact checking’, maar wel met meer geld voor onafhankelijke onderzoeksjournalistiek. Voor gezagsvolle wetenschap verwijst Simon naar Popper, maar die is, wat mij betreft, achterhaald. Met zijn aanpak (falsificatie) blijf je uiteindelijk over met een grote berg Niets. Poppers verwittiging tegen De Ideale Samenleving op grond van wetenschap vind ik dan wel terecht. Een maatschappij baseer je in eerste instantie op ethische keuzes, waar je vervolgens wetenschap bij betrekt. Maar dan moet je dat wel doen, en daarbij is consensus tussen wetenschappers voor mij een meer dan afdoende argument om iets als een (weliswaar altijd voorlopige) waarheid aan te nemen (zie ook https://boekenblog.paulverhaeghe.com/cailin-oconnor-james-owen-weatherall/)

 

Coen Simon beschrijft zijn, beschrijft onze zoektocht naar houvast, nadat we God en klein pierke op de vrije markt gegooid hebben. Een zoektocht die best gebaseerd wordt op geduld en redelijkheid, met de nodige argwaan tegenover geestdrift. Een plotse omslag naar drift is gauw gemaakt, terwijl verandering stapsgewijs en dus traag verloopt. Hij mondt mooi uit bij Hannah Arendt die een pleidooi hield voor ‘[…] een nauwelijks te vatten, maar fundamenteel vertrouwen in het menselijke in alle mensen’.

 

Ik beken: ik heb het boekje met stijgend enthousiasme gelezen.

 

Coen Simon (2020)
Pleidooi tegen enthousiasme.
Amsterdam: De Bezige Bij, 94 pagina’s.
ISBN 978 94 031 8420 3