Roek Lips
Wie kies je om te zijn. Gesprekken en gedachten over een nieuwe tijd.
Het zijn bewogen tijden met veel onzekerheden, behalve deze: we gaan heel snel naar een andere wereld en een andere maatschappij. De klimaatverstoring verandert de wereld. De niet langer houdbare sociale ongelijkheid transformeert de maatschappij. Sommigen houden wanhopig vast aan het verleden, anderen denken na over de toekomst. Sommigen verkondigen Waarheden, anderen kunnen de onzekerheid toelaten en gaan op zoek naar nieuwe invullingen. De Nederlandse journalist en organisatiecoach Roek Lips behoort tot de zoekers, met een methode die ik toejuich: hij treedt in dialoog met een ruim aantal gesprekspartners, ruim op het vlak van kennisachtergrond, leeftijd en politieke gezindheden. Het resultaat is een veelheid aan ideeën waar elke lezer uit kan bijleren.
De gesprekken staan in vijf delen geordend, telkens met een prikkelende inleiding: ‘Beschavingen zijn vergankelijk en kwetsbaar’; ‘Wonderen komen voort uit eenvoudige regels’; ‘We creëren onze eigen werkelijkheid’; ‘Kleine initiatieven leiden tot grote doorbraken’; ‘Jezelf zijn is een proces dat je regelmatig moet bijstellen’. Ieder deel groepeert een tiental gesprekken, die elk nog een eigen titel krijgen. Wat je te lezen krijgt, is niet de dialoog tussen Roek Lips en zijn gesprekspartner, wel een vlot geschreven samenvatting waarbij Lips op de achtergrond verdwijnt.
Door de aard van de aanpak – verschillende mensen en onderwerpen – zijn de afzonderlijke stukken zeer divers, wat meteen de rijkdom van het boek verklaart. Je leest dingen die je zelf ook al dacht én je wordt geconfronteerd met opvattingen die niet de jouwe zijn. De stukken waarin ik het meest onderlijnd heb, zijn die met Noëlle Aarts (ze pleit voor denken in termen van processen, niet in categorieën dus), Hans Clevers (over de manier waarop wetenschappelijke vooruitgang ontstaat), Pim van Lommel (over bijna-doodervaringen, heel verrassend), Jan Bransen (in vijf punten vat hij de verkeerde aannames van ons onderwijssysteem samen), Margaret Wheatley (systemen ontwikkelen een eigen dynamiek, verandering kan niet zomaar), Lenette Schuijt (over ontmoetingen en bezieling), Madeleine Housz (over het effect van … zingen). Deze selectie zegt natuurlijk meer over mij, als lezer, dan over de andere stukken.
Op een paar decennia zijn we geëvolueerd naar een gepolariseerde en geïndividualiseerde maatschappij. Steeds meer groepen staan lijnrecht tegenover elkaar te schreeuwen. Vaak slagen ze er slechts in om groep te vormen op grond van een gemeenschappelijke vijand die meestal nog denkbeeldig is ook. Eens ze binnen de ‘eigen’ groep moeten overleggen, slaat ook daar de polarisatie toe. Meer dan ooit is er nood aan overleg en verbinding. Dit boek kan daartoe bijdragen.