Thomas Swierts & Eline van Bloois
Het machtigste leven op aarde. Het fascinerende verhaal van microben.
Wat er op het wereldtoneel speelt, is van een dergelijk bedenkelijk niveau geworden dat het een verademing is je aandacht te verleggen naar andere levensvormen dan de brulkikkers die tegenwoordig alle aandacht opeisen. Een jonge mariene bioloog en een nog jongere microbiologe werken beiden in ARTIS-Micropia, volgens de informatie op de cover het enige microbenmuseum ter wereld. Beiden zijn gefascineerd door deze ultrakleine levensvormen en samen willen ze hun kennis delen met het publiek.
Daar zijn ze vrij aardig in gelukt. Het boek leest vlot en brengt de juiste boodschap. Boodschappen eigenlijk. Ten eerste: microben zijn onmisbaar, ook voor ons. Ten tweede, in de natuur hangt alles met alles samen, wie denkt dat hij (bijna altijd een hij) bovenaan de ladder staat, vergist zich (zie hierboven, brulkikker). Een vaststelling die doorheen het boek voortdurend terugkeert, is dat leven op combinaties berust van verschillende samenwerkende levensvormen, met daarin een belangrijke rol voor microben. Sponzen (veertig procent van hun lichaamsgewicht bestaat uit microben) zijn een verrassend voorbeeld, maar ook ons lijf zit er vol mee, zowel boven als onder onze huid. Microben zijn simpelweg onontbeerlijk voor onze gezondheid.
Toch hebben ze vooral een slechte reputatie, wat alles te maken heeft met het feit dat sommige ervan ziekteverwekkend zijn, tot een pandemie toe, met de pest als meest bekende voorbeeld. Door die slechte reputatie verliezen we uit het oog dat de mens zonder microben niet eens zou overleven. De laatste decennia worden we als consument een doorgedreven ‘hygiëne’ aangepraat, met reinigingsproducten die gezondheid beloven maar in de praktijk vooral ziekmakend zijn. Tezelfdertijd krijgen we te horen, te zien en te lezen dat we voedingsproducten met de ‘juiste’ microben moeten kopen, handig herbenoemd als ‘probiotica’. Minder bekend is dat de toename van auto-immuunziekten samenhangt met een overmatig gebruik van antibiotica waardoor we onze darmflora om zeep helpen. De kans bestaat dat een aantal andere aandoeningen daar ook een gevolg van kunnen zijn. Dat en andere zaken blijkt uit het onderzoek van het microbioom (kort samengevat: alles wat in onze darmen leeft), waar het voorbije decennium steeds meer aandacht naartoe gaat.
Microben zijn ziekmakend én noodzakelijk voor ons welbevinden – in beide gevallen beperken we hun belang tot de impact op onze gezondheid, wat de zoveelste illustratie oplevert van de megalomane wijze waarop wij alles in functie van onszelf beschouwen. Als bioloog weten de auteurs beter en bieden ze de lezer een ruimere blik. In elk van de vijf hoofdstukken staat een bepaalde combinatie centraal. In ‘Microben en de aarde’ lees je hoe microben onmisbaar waren voor de aanvankelijke opbouw van de aarde en de eerste levensvormen, terwijl het volgende deel (‘Microben in ecosystemen’) ingaat op hun onmisbare karakter in de diverse ecosystemen, en vervolgens meer specifiek in planten en dieren. Enkel het laatste deel, ‘Microben en de wetenschap’, valt wat uit de toon. De correcte titel zou ‘Microben en wetenschappers’ moeten zijn, want elk onderdeel voert een Grote Ontdekker op. Daarmee verliezen de auteurs een stelling uit het oog die in de voorafgaande 225 pagina’s uitvoerig aan bod komt: niets staat op zich, elk resultaat is het gevolg van convergerende factoren. Het idee dat een ‘ontdekking’ toe te schrijven valt aan één wetenschapper, is een illusie die in het slechtste geval de basis legt voor het succes van brulkikkers… Gelukkig krijgen ook drie verguisde wetenschappers voldoende aandacht (Ignaz Semmelweis, Fanny Hesse, Beatrix Potter), waardoor duidelijk wordt hoe hun omgeving hun werk onmogelijk maakte.
Kortom: het machtigste leven op aarde functioneert nooit op zich.