Evelyn Roll
Pericallosa. Herinnering aan een verborgen verleden.
Evelyn Roll is een politiek verslaggeefster bij de Süddeutsche Zeitung en staat bekend als Angela Merkel-expert. In haar vorig leven toch. Nu zit ze op de trein en herkent ze de stem van een medereiziger, “De engel uit mijn hel”. Het is de neurochirurg die haar gered heeft van iets wat maar weinig mensen overleven: een hersenbloeding ten gevolge van een aneurysma. De man zit twee rijen achter haar, o toeval, ze hoort zijn stem op het moment dat ze beslist heeft haar verhaal neer te schrijven. Toeval bestaat niet (meteen één van de vele, intelligent behandelde onderwerpen in het boek).
Een ziektegeschiedenis?
Anderhalf jaar voordien, ze is 59, neemt ze een bad – haar man arriveert pas morgen in Berlijn, ze is alleen. Het badwater voelt te heet, een explosie in haar hoofd doet de hitte nog toenemen, samen met een ondraaglijke pijn (“twaalf op de schaal van één tot tien”). Haar telefoon ligt binnen handbereik, ze drukt op nummerherhaling, een paar honderd kilometer verder neemt haar geliefde op, begrijpt uit haar gebrabbel de ernst van de situatie en alarmeert vervolgens iedereen die hij kan alarmeren. “Wat is het een voorrecht om in een land te leven waar je dat nog werkelijk hebt: huisartsen die komen als ze bij een noodgeval worden opgeroepen.” Het huisartsenkoppel beveelt de ambulanciers naar de Charité te rijden en niet zoals wettelijk verplicht naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De Charité omdat professor Vajkoczy daar werkt en zij ondertussen aanvoelen dat neurochirurgie wel eens noodzakelijk zou kunnen zijn. Dat is inderdaad het geval, een ader rond (peri) de hersenbalk (callosum, de verbinding tussen de twee hersenhelften) bevatte een zwakke plek die vroeg of laat wel moest barsten – Godzilla Aneurysma Pericallosa, een levensbedreigend monster (verder in het boek krijgt de lezer de uitleg over het verband tussen lust en doodsangst er gratis bij). Vier theelepeltjes gestold bloed moeten verwijderd worden, de ader afgeklemd, en dat alles op een plek in het brein die moeilijk bereikbaar is en waarvoor een stuk schedel ter grootte van een creditcard uitgezaagd wordt. Na de operatie zal ze vier dagen in een waantoestand verkeren, in de volle overtuiging dat het medisch personeel haar wil doden, daarna volgt een maandenlange revalidatie.
Een fijne analyse van wat belangrijk is
Dus een ziektegeschiedenis, dacht ik, na het lezen van het begin. Vierhonderdvijftig pagina’s verder, ook na een tweede lectuur, weet ik wel beter, weet ik ook dat ik dit boek niet in een categorie kan onderbrengen. Autobiografisch, zeker, literair zonder twijfel. Politiek, ja, met een analyse van Duitslands Naziverleden waarbij ze de griezelige overeenkomsten met vandaag niet uit de weg gaat. Een essay over wat we tegenwoordig weten over de werking van onze hersenen in samenwerking met ons hormonaal systeem, ook over hoe beperkt ons bewustzijn wel is. Een verhelderende analyse van de wijze waarop de generatie van haar ouders omgegaan is met hun oorlogsverleden en, vooral, de effecten op de kinderen. Met als toemaatje een hilarische test om de kwaliteit van een potentiële minnaar te voorspellen. Heel zeker een viering van het leven nadat ze bijna dood was (“Mijn tweede leven begon toen ik begreep dat ik alleen dit ene leven heb.”) Een fijne analyse van onze herinneringen, dat wil zeggen van de verschillende manieren waarop wij onszelf voortdurend bedriegen (“Elk herinneren overschrijft de herinnering. Het biografische geheugen verzint voor ons uiteindelijk het verhaal dat wij beschouwen als ons leven.”) Dat alles geschreven in een stijl en met een woordenschat om U tegen te zeggen. Oh ja, en dan vergeet ik nog wat ze over muziek schrijft, over musiceren, over muziek beluisteren, en waarom ze boeken-over-hoe-je-baby’s-en-kleuters-moet-opvoeden (steeds volgens de laatste pedagogische inzichten, dat spreekt voor zich) vervloekt, samen met haar hoogleraren germanistiek die er vooral op uit waren het leesplezier te vergallen.
Ons geheugen
Een van haar onderwerpen blijft me heel sterk bij: haar diepgravende bevraging van de wijze waarop ons geheugen werkt, vooreerst met haar hersenoperatie als voorbeeld. Door de narcose heeft ze er nauwelijks bewuste herinneringen aan overgehouden, maar haar lichaam herinnert zich alles, wat later, op onvoorspelbare momenten, heel erg duidelijk wordt, gelukkig steeds in het bijzijn van mensen die van haar houden. Wie dat geluk niet heeft, wordt op zo’n moment afgevoerd naar de psychiatrie of het politiekantoor, omdat hij ‘doorslaat’, rare dingen zegt of doet – helpen doet dat afvoeren nauwelijks, vaak zorgt het voor een bijkomend trauma. Haar beschrijvingen zijn pijnlijk mooi (“In Berlijnse kinderdagverblijven zijn ballonnen verboden. Omdat ze kunnen knappen. Er is geen enkele pedagogisch medewerker die nog eens wil meemaken dat Oekraïense en Syrische kleuters zich schreeuwend op de grond laten vallen en helemaal niet meer te kalmeren zijn”).
Vervolgens ruimer dan de eenmalige ervaring die haar operatie was, heeft ze het over de manier waarop wij terugkijken op ons leven, de zekerheid waarmee we bepaalde herinneringen vertellen. De zeldzame keren dat objectieve verificatie mogelijk is, blijkt die zekerheid grotendeels onterecht. Familieverhalen bieden een altijd selectief en vaak vervalst beeld van onze geschiedenis. Het wordt nog boeiender wanneer ze er de epigenetica bij haalt en zich afvraagt hoe de trauma’s van haar ouders en voorouders in haar (in ons) lijf gegrift staan en ons leven op cruciale momenten bepalen zonder dat we het beseffen. “Kinderen hebben een fijn ontwikkeld gevoel voor dichtgenaaide lippen, voor lege plekken, voor wat niet gezegd wordt omdat het niet gezegd mag worden, omdat het niet gezegd kàn worden.” In haar tweede leven gaat ze op zoek naar haar ouders en grootouders (“Hoe weet je waar je heen wilt, als je niet weet waar je vandaan komt?”) en dus naar onbekende stukken van haarzelf.
In een van de bijna terloopse maar altijd rake opmerkingen heeft ze het over de ellende die categorisaties met zich meebrengen, van nationaliteiten, rassen, mensen, ziektebeelden, gender, kunst, enzovoorts. Gelijk heeft ze, haar boek kan ik slechts in één altijd al beperkte groep onderbrengen: het behoort tot het beste wat ik de voorbije jaren gelezen heb. Het helpt om de huidige ‘Winter of Our Discontent’ door te komen.… Lees verder