Jelmer Mommers
Hoe gaan we dit uitleggen? Onze toekomst op een steeds warmere aarde.
Jelmer Mommers behoort tot een ras waar ik van hou: de gedreven onderzoeksjournalisten die zich vastbijten in een onderwerp en daar vervolgens een toegankelijk én genuanceerd verhaal over neerpennen.
Waarom ik zijn boek zo goed vind? Omdat het een antwoord biedt op een van de meest ondraaglijke gevoelens die ik ken: machteloosheid. De berichten over de klimaatverandering zijn ondertussen zo onheilspellend dat ontkennen alleen nog weggelegd is voor idioten en politici in dienst van economische molochs. Terzelfdertijd voelen we ons machteloos, zeker als we moeten vaststellen dat de Belgische overheid doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is, en op het politieke toneel narcisten zoals een Trump en een Johnson het mooie (?) weer maken. Daar sta je dan, met de fiets in de hand en je boodschappentas vol lokaal geteelde groenten en fruit – als het een bakfiets is, loop je in Vlaanderen nog het risico voor ‘elitair’ uitgescholden te worden ook.
Machteloosheid ervaren we wanneer we passief moeten toekijken op dingen die een ernstige bedreiging inhouden – terzijde: dit is een klassieker bij het ontstaan van een traumatische stressstoornis. De beste verdediging is een switch naar een actieve houding. Je zal je stukken beter voelen, en dat is nog meer het geval wanneer je dat samen met anderen doet. Dit boek kan daarbij helpen. Eens je het uit hebt, ben je overtuigd van twee zaken. Eén: de klimaatverandering is een nog grotere bedreiging dan je al vermoedde. Twee: er is een uitweg, op grond van collectieve en individuele inspanningen waar je zelf toe kunt bijdragen.
Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste deel vertelt de auteur waarom de klimaatverandering inderdaad een bedreiging is, en dit op grond van vijf jaar studiewerk. Vrolijk word je er niet van. In zijn woorden: ‘Het eerlijke verhaal is dat we ongelofelijk diep in de shit zitten.’
De titel van deel twee luidt: ‘Waar gaat het heen?’ Het korte antwoord luidt ofwel naar ‘muren’ (Fort Europa met onze versie van Trumps muur erom heen), ofwel naar ‘bossen’. Het eerste scenario komt neer op een wanhopig proberen vast te houden aan wat toch onherroepelijk verdwijnt; het tweede houdt een evolutie in naar een andere maatschappij.
Het goede nieuws is dat het tweede scenario, waarin we een keuze maken voor een omslag op vlak van energie, landbouw en economie, een realistisch scenario is, zelfs met onze hedendaagse technische mogelijkheden (dat laatste wist ik niet). Een dergelijke omslag impliceert zowel actief ondernemende burgers als een sturende overheid die samen hetzelfde doel nastreven.
Veel lezers knikken nu begrijpend maar denken hoofdschuddend dat een dergelijke omslag er toch niet komt. Daarmee illustreren ze wat Molmers als het allerbelangrijkste obstakel beschouwt: ons o zo negatief zelf- en wereldbeeld. De overtuiging dat alle mensen egoïsten zijn met een ingebakken afkeer voor samenwerking, dat iedereen slechts eigenbelang nastreeft, zit er zo diep ingehamerd dat we het als waarheid beschouwen en er ons ook naar gedragen. Meestal combineren we deze overtuiging met een tweede: dat de overheid en de industrie (‘het systeem’) alleen maar samengesteld zijn uit kwaadaardige sujetten die enkel hun aandelen, c.q. hun populariteit in het oog houden. Recente, wetenschappelijk onderbouwde boeken zoals De supersamenwerker geschreven door Dirk Van Duppen & Jan Hoebeke, en De meeste mensen deugen van Rutger Bregman, tonen hoe het moreel goede en de wil tot samenwerken ook deel uitmaken van wie de mens is.
Daarmee belanden we bij het derde en belangrijkste deel van het boek,’Wat kunnen we doen?’ Het korte antwoord luidt: veel meer dan je denkt. Verrassend genoeg volgt er geen pleidooi voor ‘minder’ (wat meestal de algemene teneur is, genre ‘We zullen moeten inleveren’, ‘De omslag zal banen kosten’), wel een pleidooi voor anders en beter.
Een van zijn sterkste argumenten komt uit onverwachte hoek, met name uit economische studies. ‘De ene analyse na de andere laat zien dat een transformatie naar ware duurzaamheid een bron is van miljoenen nieuwe banen, lagere ziektekosten, minder klimaatschade en groeiende inkomens.’ Veel mensen zijn ervan overtuigd dat economie en geld over ‘alles’ beslissen. Als dat het geval is, dan is de toekomst van een duurzame economie verzekerd, en blijkbaar neemt dat besef toe (er zijn onder Trump al meer kolenmijnen gesloten dan onder Obama).
Toch gaat de verandering traag, en de belangrijkste verklaring vindt Molmers bij overheden die onder invloed van lobbyisten uit de olie- en gassector een status quo willen behouden. Het doordrukken van de noodzakelijke veranderingen wordt ‘het gevecht van de eeuw’. ‘Gevecht’ roept betogingen op met straatrellen, maar Molmers benadrukt twee andere plaatsen: de rechtbank en de beurs.
Straatgevechten zijn spectaculair zichtbaar, juridische gevechten nauwelijks en dat is jammer, want de effecten van een juridische uitspraak hebben meer draagkracht. Burgers die een proces aanspannen tegen de overheid wegens ‘schuldig verzuim’ kunnen een overheid ertoe verplichten van koers te veranderen. Dergelijke processen lopen ondertusen in meer dan twintig landen. Zo werd Nederland in 2015 op grond van een juridisch vonnis verplicht de uitstoot van broeikasgassen met 20% te doen dalen tegen 2020; de Nederlandse staat ging in beroep, in 2018 werd het proces overgedaan en was de veroordeling zo mogelijk nog strenger! De kans dat we hetzelfde in België meemaken, is reëel, zoals hoogleraar milieukunde Pieter Leroy voorspelt in DS d.d. 19 oktober, zie https://www.standaard.be/cnt/dmf20191018_04670928?articlehash=D8ACF3FB3BC6E0F0F0A3E397F18F0085B2579F7B99EB418DA53BBCBBEF3140995B42E69BEEB0E35B268E585F9078BA6C581EDED8A31535376F79FC80860BF193. Vergelijkbare processen lopen ondertussen tegen multinationals, net zoals indertijd tegen de tabaksindustrie. Op grond van eigen onderzoek was Shell eind vorige eeuw al op de hoogte van de klimaatverandering. Exxon ook en startte vervolgens een campagne om dit verborgen houden. De kans dat zij straks veroordeeld worden, is alles behalve denkbeeldig.
Terzijde even een politicologische noot: de impact van juridische uitspraken die ingaan tegen een (steeds tijdelijk aan de macht zijnde) regering illustreert hoe belangrijk de scheiding der machten is (zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Trias_politica). We hebben een van de regering onafhankelijke rechtspraak nodig, om de waan van de dag te onderwerpen aan de ‘checks and balances’ van de hoogste gerechtsorganen. Het is duidelijk dat voornamelijk rechtse politici erop uit zijn om de rechtspraak aan banden te leggen, en dat gebeurt ondertussen ook in Vlaanderen, waar rechters beschuldigd worden ‘wereldvreemd’ of zelfs ‘activistisch’ te zijn wanneer ze… de grondwet toepassen. De geschiedenis toont hoe een dergelijke evolutie een stap is richting totalitaire régimes.
Het volgende strijdtoneel is de beurs, en ook daar is een kentering zichtbaar. Wereldwijd beginnen beleggers investeringen terug te trekken uit kwalijke industrietakken. De uitdrukking ‘When you are buying, you are voting’ krijgt hier een ruime betekenis. Zowel individuen als investeringsfondsen beginnen zich af te vragen voor welke doeleinden hun spaarcenten gebruikt worden. Amerikaanse studenten lagen in 2010 aan de basis van de ‘divestment’-beweging (het wegtrekken van investeringen uit onethische beleggingen); een kleine tien jaar later zijn er reeds duidelijke effecten. Zo hebben de erfgenamen van Rockefeller het besluit genomen al hun beleggingen in de fossiele industrie stop te zetten; in maart 2019 trekt het Noorse staatsinvesteringsfonds 8 miljard (!) investeringen terug uit de olie- en gassector. Steeds meer banken bieden beleggingen aan die niet langer gekoppeld zijn aan de fossiele industrie. Onlangs nog adviseerde zakenbank HSBC haar klanten om fossiele energieaandelen af te stoten.
De straat is het bekendste strijdtoneel, met een voorkeur voor blockadia, het geweldloos verzet door u en ik. Dit kan zowel in groep (denk aan betogende scholieren, aan ‘Extinction Rebellion’) als individueel. Molmers heeft het terecht over ‘de grote kracht van het kleine verschil’. Denk na over de manier waarop je je verplaatst. Informeer je over de beslissingen van de overheid (in België zijn we met zijn allen de files beu; in de nieuwste regeringsverklaring is er geen enkele sprake van investeringen in het openbaar vervoer?!?) en pas bij de volgende verkiezing je stemgedrag aan. Als je tot de meer begoede groep behoort, ga bewust om met je spaargeld. Denk na over wat je eet (we eten nog altijd te veel vlees). Kies bewust voor een groene energieleverancier (vaak nog goedkoper ook). Zoek aansluiting in je omgeving, er zijn meer mensen met deze onderwerpen bezig dan je wel vermoedt. Ga in dialoog, en gebruik daarvoor de fantastische bijlage die je op het einde van dit boek vindt: twaalf misverstanden over de klimaatverandering én het correcte antwoord daarop. Altijd handig om een roeptoeter de mond te snoeren.
Een collectieve catastrofe brengt mensen samen in het zoeken naar oplossingen. We kunnen de klimaatverandering aanpakken, met accent op we. En het moet nù gebeuren, anders zal het onze (klein)kinderen erg heet onder de voeten worden.
Jelmer Mommers (2019)
Hoe gaan we dit uitleggen? Onze toekomst op een steeds warmere aarde.
De Correspondent. 234 pagina’s.
ISBN 9789082942156