Vivian Gornick

Vivian Gornick
Het einde van de liefdesroman.

Tien dagen terug was ik klaar met de eerste versie van Intieme vreemden, het essay dat ik schrijf voor de Maand van de Filosofie van 2022. Eindelijk weer tijd om te lezen dus. Wat ik toen niet kon weten is welke diepgaande uitwerking ik zou vinden van een alinea die ik argeloos neergepend had: ‘Ken jezelf, word jezelf, verlies jezelf, één methode: verliefd worden gevolgd door een langdurige liefdesrelatie. Er is geen resultaatverbintenis, verloop en kostprijs zijn onvoorspelbaar, alle clichés blijken juist en terzelfdertijd is elk koppel anders. Het is een methode die ik graag aanbeveel.’

En wat voor uitwerking!

Zopas heb ik Vivan Gornick uit. Op de achterflap kijkt ze ons paginagroot aan, een zachte mond, maar een scherp-intelligente blik, het geheel wat weemoedig. Geboren in 1935 in The Bronx en vergroeid met de intellectuele-artistieke ontwikkeling van deze arbeiderswijk in New York behoort zij vandaag tot het selecte groepje niet-definieerbare schrijvers – romans? essays? memoires? literatuurkritiek? Tot voor kort kende ik haar niet, nu wel, en dat ervaar ik als een verrijking. Het boek is een verzameling essays over literatuur, dat wil zeggen: over de liefde tussen mannen en vrouwen, tussen moeders en dochters. Eigenlijk over haarzelf, haar moeder, haar liefdes.

Als je een boek leest, maak je een vergelijking met gelijkaardige boeken – in dit geval is dat nauwelijks mogelijk. Nog nooit las ik dergelijke scherpzinnige, ontroerende, berustende, rebellerende, eigentijdse opmerkingen over liefdesverhoudingen. Gornick hangt haar eigen gedachten op aan verhalen geschreven door Amerikaanse, meestal vrouwelijke auteurs. Het merendeel dateert uit een vervlogen tijdperk, vooral eind negentiende en begin twintigste eeuw: Clover Adams, Kate Chopin, Jean Rhys, Willa Cather, Christina Stead, Grace Paley, voor mij allemaal illustere onbekenden. Acht essays kregen als titel een van die namen, drie essays dragen een echte titel, waaronder Het einde van de liefdesroman die meteen ook voor het boek gebruikt werd, terwijl naar mijn aanvoelen de titel van een ander essay, Meedogenloze intimiteiten, een betere keuze was geweest.

De eerste twintig pagina’s was het even doorbijten – George Meredith? Diana of the Crossways? 1885? – maar het lovende voorwoord van Marja Pruis gecombineerd met een overdonderende bespreking door Connie Palmen (De Volkskrant, 27 oktober 2020) maakten dat ik verder las. Nog eens twintig pagina’s verder was ik van mijn sokken geblazen door zinnetjes waarin zij de condition humaine beschrijft, de verhouding van onszelf tot onszelf en tot anderen. Ik kan de kwaliteit van de essays het best weergeven met een aantal citaten:

‘Eenmaal getrouwd was beoordeeld worden iets waarmee men intiem samenleefde, weken- en maanden- en jarenlang.’

‘Door de strijd aan te binden met de wereld, konden ze de strijd aangaan met zichzelf.’

‘Op den duur werd ze precies wat men vrouwen verweet te zijn.’

‘Vaker dan mannen ontwaakten vrouwen uit de lange droom van de adolescentie om vervolgens te ontdekken dat ze voor altijd in hun leven verstrikt zaten, zonder goed te beseffen hoe ze daarin beland waren’.

‘Van jongs af aan wist ze dat mannen en vrouwen, maar vooral mannen, hun eigen sensualiteit vrezen, dat deze angst diepgeworteld is en niets met intelligentie en gewoon fatsoen te maken heeft.’

‘Niet het vermoorden van onze vaders lijkt nu de crux, maar hoe los te komen van onze moeders, en het zijn de dochters die dat loskomen voor elkaar moeten krijgen.’

‘Meedogenloze intimiteit is erotisch.’

‘Ken jezelf, word jezelf, verlies jezelf, één methode’ moet ik wel uitbreiden met een tweede: lees goede boeken.

 

Vivian Gornick (2020)
Het einde van de liefdesroman. Met een voorwoord van Marja Pruis.
Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 227 pagina.
ISBN 978 90 388 0800 0